In 1758 publiceerde Carolus Linnaeus zijn werk Systema Naturae. Sindsdien beschrijven taxonomen soorten voor de Westerse wetenschap op basis van een type-exemplaar of type specimen. De gepubliceerde wetenschappelijke naam en de officiële beschrijving van de soort zijn dan blijvend verbonden met dit type specimen. Type-exemplaren worden als dood materiaal op herbariumbladen bewaard in collecties over de hele wereld, waar ze voor andere wetenschappers toegankelijk zijn.
Het herbarium van de Botanische Tuin van Meise is het 15de grootste herbarium ter wereld. De collectie telt meer dan 4 miljoen exemplaren, en 85% van alle bekende planten in Congo, Rwanda en Burundi. Het herbarium herbergt meer dan 53000 type specimens. Daarvan werden er meer dan 9500 verzameld tijdens de Belgische koloniale periode in Congo, Rwanda, Burundi. Slechts 60 van deze type specimens werden door vrouwen beschreven.
Heel wat taxonomen gingen nooit op reis, zoals Emile De Wildeman, die van 1912 tot 1931 directeur was van de Botanische Tuin van Meise. Toch gaf hij meer dan 3600 specimens een nieuwe naam. Het derde deel van de ‘officiële’ Latijnse naam is de afkorting van de naam van de taxonoom.
In het uitstalraam van Constant vind je enkele portretten van taxonomen die planten hernoemden die tussen 1885 en 1960 in Belgisch Congo werden verzameld. Voor deze gelegenheid verlieten de virtuele geesten van de type specimens die ooit een bloeiend leven leidden in Congo, Rwanda en Burundi, het herbarium om de taxonomen een nieuwe naam te geven en hun portretten onder plantaardig materiaal te begraven.
Opening: donderdag 30 juni 22, 18u, Constant, Fortstraat 5, 1060 Brussel
Workshop: vrijdag 9 september 22, 10u-18u, Constant, Fortstraat 5, 1060 Brussel
Bomen: alle type specimens in Botanical Collections Belgium, verzameld tussen 1885 en 1960 in Congo, Rwanda en Burundi.
Algoritmes: Python, selenium, open cv; code: https://gitlab.constantvzw.org/anais_berck/rewilding-specimens
Mensen: Brendan Howell, An Mertens